In de Bijbel is Jubal de stamvader van allen die kunst maken. Dit jaar neemt elke scribent u mee naar een boek, film, muziekstuk of ander kunstwerk dat haar of hem inspireert. Deze keer schrijft Matthias Kaljouw (pioniersplek Vondst) over Jeroen Diepenmaat.
‘Om te luisteren moeten we soms wat tonen weglaten, leegtes laten vallen.’
Boeken, schilderijen en muziekstukken lijken altijd het werk te zijn van geniën die zich op grote afstand van ons bevinden. Laten we het daarom eens een keer dicht bij huis zoeken. Jeroen Diepenmaat heeft zijn atelier in een achterafstraatje in het centrum van Deventer. Hij noemt zichzelf een “beeldend kunstenaar met een voorkeur voor geluid”. Twee jaar geleden exposeerde hij voor één avond zijn serie ‘The silence is now’ in de crypte van de Lebuinuskerk, op uitnodiging van pioniersplek Vondst.
Deze column gaat over een ander werk, namelijk het muziekwerk ‘Ode’. De samenstelling van dit werk is eenvoudig: neem een aantal speeldoosjes met dezelfde melodie, laat de eerste intact, en haal bij de overige doosjes steeds meer tonen eruit, tot het laatste doosje enkel draait zonder muziek te maken. (In speeldoosjes zitten een soort harpjes, die door een mechaniek bespeeld worden, zie de foto.)
Vervolgens kun je twee dingen doen: of ze allemaal tegelijkertijd aantrekken en laten afspelen, of juist achter elkaar. Bij de eerste is het resultaat een wolk van kabaal die langzaam oplost. Bij de tweede aanpak horen we dezelfde melodie steeds in herhaling, maar die langzaam uit elkaar rafelt doordat er steeds meer tonen worden weggelaten. Er ontstaan steeds grotere gaten tussen de tonen, en de melodie wordt steeds minder herkenbaar, tot we in de laatste minuten nog maar vier, drie, twee tonen horen, verspreid, en tenslotte nog maar één, ergens plotsklaps in de stilte.
Wat ik al luisterende ontdekte: in het begin, bij de meest intacte speeldoosjes, onderbreekt de stilte het muziekstuk, maar hoe minder tonen de speeldoosjes bevatten, hoe meer de tonen een onderbreking van de stilte worden – in plaats van andersom. En nog iets: je hoort ineens de afzonderlijke tonen – buiten hun verband van de melodie klinken ze heel anders. “Ode” is te beluisteren op Diepenmaats website. Het is een van die muziekstukken die je niet als achtergronddecoratie aanzet, maar waar je voor moet zitten. Door zijn vreemdheid ontdek je wat luisteren is, je ontdekt dát je luistert. In zekere zin is het werk, in al zijn kinderlijke eenvoud, een meditatieoefening: achter al die manieren waarop mensen de leegte invullen, ontdekken we de stilte. Om te luisteren moeten we soms wat tonen weglaten, leegtes laten vallen.
Matthias Kaljouw, Pionier Protestantse Gemeente