In het spoor van Jubal

Ik zit onder de vijgenboom … waar ruimte is voor iedereen om tot rust te komen.
In de Bijbel is Jubal de stamvader van allen die kunst maken. Dit jaar neemt elke scribent u mee naar een boek, film,  muziekstuk of ander kunstwerk dat haar of hem inspireert. Deze keer schrijft ds. Ingrid de Zwart over een jiddisj lied.

Ik zit onder de vijgenboom … waar ruimte is voor iedereen om tot rust te komen.

Vlak voor Jezus verraden wordt en gevangen wordt genomen vertelt hij zijn vrienden een gelijkenis: ‘Kijk naar de  vijgenboom en al de andere bomen. Als je ziet dat ze  uitlopen, weet je dat de zomer in aantocht is. Zo moeten  jullie ook weten, wanneer je die dingen ziet gebeuren, dat  het koninkrijk van God nabij is’. ( Lukas 21: 29­31)  Wat is eigenlijk de klankkleur van zijn woorden? Horen er  feestfanfares bij, luid hoorngeschal, het tromgeroffel van  de overwinning? Zullen we al blij hosanna roepen als de  Stille Week begint, met Pasen in het vooruitzicht?

Toen ik naar de juiste toon zocht kwam me een jiddisj liedje  in gedachten, gezongen door een Israelische zangeres,  Chava Alberstein. De tekst van dit liedje sluit in mijn  gedachten nauw bij Jezus’woorden aan. Het vertolkt de  droom van Gods alomvattend Rijk van vrede en heelheid ,  waarvan de vijgenboom en andere bomen het symbool zijn.


Ik sta onder de Johannesbroodboom, zingt Chava, dat is  de boom die zeer voedzame vruchten geeft; echte vrede  betekent dat er niemand meer honger heeft.

Ik zit onder de vijgenboom in een mooi groen land, waar  ruimte is voor iedereen om tot rust te komen.

Ik lig onder een amandelboom, zingt zij tenslotte. Dat is de  boom die het eerste bloeit in Israel, die daarom in de bijbel  ook de symbolische voorbode is van de Messias, die een  eeuwige zomer brengt, waarin geen mens meer koud , bang  en eenzaam hoeft te zijn.

Het is de combinatie van de hoopvolle tekst en de weemoedige muziek (te beluisteren via YouTube) die me steeds  opnieuw raakt, en zeker als het leven me zwaar valt. Chava  Alberstein zingt haar lied in een verscheurd bestaan waarin  vrede en heelheid nog ver te zoeken is. Het is de klank van  deze muziek die volgens mij precies past bij de woorden  van Jezus. Weemoedige muziek, niets triomfalistisch. Ook  in de toon die Hij aanslaat klinkt het verdriet mee om alle  donker in ons leven en in de samenleving. Maar tegelijk  vertolkt Hij de hoop dat het anders zal worden. Ook al zal  dat niet eenvoudig zijn. De weg naar het licht gaat dwars  door het donker heen en de wonden die Hij oploopt op die  weg blijven altijd zichtbaar. Zo gaat Hij ons voor. En zo geeft  Hij ons leven juist daar waar wij ook zelf pijn oplopen zijn  perspectief mee.

ds. Ingrid de Zwart, Lebuïneskerk

Ikh shtey unter a bokserboym

A bokserboym

Tsu im derklibn kh’hob zikh koym

Ikh hob zikh koym

Ikh zits unter a faygnboym

A faygnboym

Arum iz grin arum iz groym

S’iz grin un groym

Ikh lig unter a mandlboym

A mandlboym

Er iz geven bay mir in troym

Bay mir in troym

A bokserboym

A fagnboym

Andlboym

In oyg a trer halt eyn zikh koym

Halt eyn zikh koym

Ik sta onder een Johannesbroodboom   een Johannesbroodboom

Ik kon hem nauwelijks bereiken,  ik kon hem nauwelijks  bereiken.
Ik zit onder een vijgenboom,

een vijgenboom,  erom heen is het groen en ruim, roen en ruim.

Ik lig onder een amandelboom  een amandelboom

Hij werd mij in een droom geschonken in een droom geschonken.
Een Johannisbroodboom een vijgenboom een amandelboom
Mijn ogen houden een traan nauwelijks binnen, een traan nauwelijks binnen.