Thuis in Shetland

 Lerwick

Al jaren gaan we in onze vakantie naar Engeland en Schotland. Daarbij bezoeken we ook waar mogelijk de vissershaventjes langs de kunst. Als afstammeling van een vissersgeslacht uit Scheveningen, bestond al heel lang de wens om naar Shetland te gaan. Dit om, zoals dat in Scheveningen gezegd werd, “de Baai” te zien. Tot nu toe was het daar nooit van gekomen. In 2010, is het dan eindelijk zo ver. In Shetland en met name Lerwick wil ik zien waar onze voorvaderen op hun haringreizen naar toe gingen. In het verleden begon de haringteelt in juni bij Shetland en de Scheveningers hebben heel wat reizen die kant opgemaakt.

Tijdens onze vakantie in Schotland kreeg ik een mailbericht van mijn zus Riet. Zij had, van een neef een brief gekregen met daarbij kopieën van een handgeschreven gedicht, met de mededeling dat het over een familielid zou kunnen gaan en of wij er iets aan hebben. Dit gedicht gaat over een ongeval op een Scheveningse logger in 1928 te Lerwick.

Het in het gedicht vermelde ongeluk is bekend. Mijn vader vertelde, toen hij al in de tachtig en dement was, dat hij als jongen mee geweest is op het schip waar zijn vader (mijn opa) schipper van was. Hij vertelde dat in de haven van Lerwick een van de matrozen overboord geslagen was door een beweging van de zeilen. Niet duidelijk was of hiermee de giek, een der schoten of het zeil zelf mee bedoeld was. Hoe bijzonder is het wanneer je onderweg bent naar Shetland om dan ineens zo’n bericht te krijgen. We gaan eerst verder met onze vakantie en ik hoop dat er in Lerwick meer over het ongeluk en de daarbij betrokken personen gevonden kan

Als we op 21 juni in alle vroegte in Lerwick aankomen, is de eerste gang naar het museum en archiefgebouw. In de krant van 16 juni 1928 staat een artikel over het ongeluk. Hierin staat, evenals in het gedicht, dat het ongeluk gebeurde bij het binnenvaren van de haven van de SCH 437 “Matta Agatha”.

Bij het ten anker gaan is deze matroos waarschijnlijk verdoofd geweest door de klap van de fokkenschoot of heeft hij bij de val hoofdletsel opgelopen. De matroos is vrijwel meteen onder water geraakt en men heeft hem niet meer kunnen vinden.

Lerwick harbour is gelegen aan de Bressay Sound, door de Scheveningers ‘de baai’ genoemd. De naam baai is feitelijk fout want Bressay Sound is zoals de naam aangeeft een zeestraat met zowel aan de noord­ als aan de zuidkant verbinding met de zee. Op Scheveningen werden kinderen gewaarschuwd als ze aan het stoeien waren met de vermaning; “Net het klokje van de baai, eirst speule dan slean” (Eerst spelen dan slaan). Het uurwerk van het stadhuis van Lerwick heeft dezelfde slag als dat van de Big Ben in Londen, Ieder kwartier een steeds uitbreidend melodietje en per uur het aantal slagen van dat uur. In de grote winkelstraat van Lerwick lijkt het alsof de tijd heeft stilgestaan. Alle gebouwen zien er nog hetzelfde uit als of archieffoto’s uit de jaren twintig van de 20ste eeuw. Op die archieffoto’s zie je de Hollandse vissers op hun klompen door deze straat lopen. Als ik er zelf doorloop voel ik me verbonden met mijn voorvaderen die hier een eeuw geleden ook liepen. Dit gaf mij een gevoel van thuiskomen. De Scheveningers hielden een strikte zondagsrust aan. In het weekeind lagen alle schepen in de baai. Volgens de voormalige koster van de grote kerk van Lerwick kon je dan van Lerwick naar Bressay lopen over al die boten. Op zondag gingen ze ook op hun klompen naar de grote kerk in Lerwick waar ds. van der Valk, een Nederlandse predikant, voorging. De klompen zo’n duizend paar werden in de vestibule neergezet. De koster verbaasde zich erover dat iedereen na de kerkdienst zijn eigen klompen terug kon vinden. De inwoners van Lerwick gingen ook wel eens naar deze Nederlandse kerkdiensten omdat de Nederlanders zo mooi konden zingen. Er werd zo langzaam gezongen dat je op de noten zou kunnen gaan zitten.

South Mainland

Sindsdien zijn Anneke en ik ieder jaar weer naar Shetland geweest. Omdat Shetland op ongeveer 60 0 noorderbreedte ligt, wordt het daar in de zomer ’s nachts niet donker. De Shetlanders noemen dit de summerdim, de zomerschemering. De winternachten duren daar veel langer dan hier in Nederland. Na een aantal jaren zegt Anneke tegen onze gastvrouw dat ze wel eens het Noorderlicht zou willen zien, en vraagt welke tijd het meeste kans heeft om dit te kunnen zien. De gastvrouw kan natuurlijk geen garantie geven voor een natuurverschijnsel maar stelt voor dat we in maart komen, dan is er de plaatselijke Up Helly Aa. We hebben in ieder geval dan wel iets om mee te maken.

Zo vliegen we de daaropvolgende maart naar Shetland. Onze gastvrouw moet die week voor haar werk naar Engeland. We kunnen wel voor half geld in de B&B verblijven als we zelf ons eten maken (en voor haar man). Een auto huren in Shetland hoeft niet, we kunnen de auto van onze gastvrouw gebruiken. Op die manier maken we kennis met de South Mainland Up Helly Aa, ofwel SMUHA. De festiviteit op zich is op vrijdag maar de voorbereidingen zijn al ver voor die tijd gestart. Wij mochten op woensdagavond met onze gastvrouw mee om mee te helpen met de voedselbereiding, voornamelijk bannocks (een soort broodjes) 500 stuks, sandwiches en120 liter soep. Die avond zie ik aan de koelkast een lijstje met medewerkers voor de SMUHA hangen. Onze namen staan erop. Ja zeggen de anderen daar jullie zijn vrijwilliger.

Op donderdagochtend, onze gastvrouw is inmiddels naar Engeland vertrokken, gaan we met onze gastheer mee naar de koffieochtend bij de familie van onze gastvrouw. Ooms, tantes, neven en nichten zitten van 11 uur tot 1 uur aan een uitgebreide koffietafel. Broodjes, hapjes, snacks en natuurlijk een oneindige hoeveelheid koffie. En vrijdag is er dan de SMUHA zelf. In de avond wordt het nagebouwde Vikingschip in een optocht met 500 toortsen naar het strand getrokken waar het schip me behulp van de toortsen in brand wordt gestoken. Dan wordt de kar met het schip erop in zee geduwd. Daarna weer terug naar het gemeenschapshuis waar de voormalige toortsdragers in groepjes de verschillende clubhuizen, in de vijf deelnemende dorpen, langsgaan om daar een dans, sketch of ander iets te laten zien. Dit duurt tot 5 uur ’s morgens.

Naast het zomerse bezoek is SMUHA een vast onderdeel op ons jaarrooster geworden. Zowel in de zomer als in maart nemen we natuurlijk ook deel aan de koffieochtenden, waarvoor we iets uit Nederland meenemen of in de keuken van de B&B bakken. We voelen ons helemaal opgenomen in de gemeenschap van het dorp en maken het wel en wee van het dorp en familie mee. Toen we voor de eerste keer deelnamen aan SMUHA had onze gastheer net de diagnose van de ziekte PSP (progessieve supranucleair parese) gekregen Een nare ziekte waarbij geleidelijk aan de hersenen de aansturing van de spieren verliezen. Iedere keer als we naar Shetland gingen zagen we hem minder mobiel worden en op het laatst moest hij door verzorgers in en uit bed geholpen worden en moest hij worden gevoerd. Twee jaar geleden is hij overleden. Dat het gevoel van verbondenheid wederzijds is, bewijst een opmerking van een oom van onze gastvrouw die aantal jaren geleden tijdens zo’n koffieochtend die aan mij vroeg: “When did you get home again” (Wanneer zijn jullie weer thuisgekomen).

Weer in Deventer

Niet alleen voor het thuisgevoel met onze gastvrouw en de dorpsgemeenschap maar ook vanwege het uitzicht in ‘ons’ B&B gaan we naar Shetland. Ik heb foto’s van dat uitzicht gemaakt en Els de Ruiter heeft daar op ons verzoek een schilderij van gemaakt. Dit schilderij hangt in onze woonkamer boven de bank. In 2019 hebben we Els als dagtrip van haar cruise in Lerwick van de boot gehaald en haar onze mooie plekjes van Shetland laten zien en natuurlijk ook het uitzicht vanui ons B&B. Onze dochter zei toen ze de foto zag die onze gastvrouw daar van ons gemaakt heeft: “Haha Els staat in haar eigen schilderij”.

Jan Kees de Jong