Vanwege mijn werk op de spoedeisende hulp van het ziekenhuis kreeg ik al snel te maken met de opkomst van het huidige Corona probleem. Opeens moest onze afdeling anders worden ingericht. We kregen te maken met een “schone” en een “vieze” kant van de afdeling. Er moesten looproutes bedacht worden en deze werden met rode en groene strepen op de vloer aangeduid. We moesten nadenken het gebruik van Persoonlijke Bescherming Maatregelen, en de aan en uitkleedprocedures werden kritisch bekeken en op papier gezet. De verandering van regels, protocollen en voorschriften kwam in zo’n stroomversnelling dat deze soms 2 maal per dag werden aangepast.
Maar hoewel het misschien een beetje naïef lijkt, was dit alles, in mijn privé leven, toch een beetje ver van mijn bed show. Een onderwerp dat op mijn werk thuis hoorde, maar niets met mijn privéleven te maken had. En al helemaal niet met onze kerk. Maar ook in onze kerk werd Corona langzaam zichtbaar. We begonnen begin maart voorzichtig met “geen handen schudden” en de collectezakken niet meer door geven. Maar in de loop van de weken kwam het besef dat dit niet meer voldoende zou zijn. Al snel bleek dat we binnen onze kerk ook te maken kregen met een lockdown. Opeens konden we niet meer bij elkaar komen, en was alles digitaal. De diensten gingen door, maar alleen digitaal. En gelukkig konden we toch de verbondenheid met elkaar ervaren door middel van reacties op Speakap en de kijkcijfers van kerkdienst gemist.
Ook als Jeugdraad en jeugdwerk kregen we met de Corona lockdown te maken. Activiteiten die normaal een vast onderdeel van ons “kerkzijn” zijn gingen ineens niet door. Er was geen kindernevendienst meer. Bijeenkomsten van de verschillende jeugdkerken vonden niet plaats. De soos van het CUC werd afgelast, en er moest zelfs besloten worden de hele zomerreis te annuleren. Daarnaast konden ook alle activiteiten die we rond de paasdagen hadden voorbereid niet door gaan.
Gelukkig werden er wel digitale alternatieven geboden. Zo kwam Jip terug in de diensten, werden er digitaal paasactiviteiten voor kinderen aangeboden en was er zelfs een soort digitale Paaschallenge. En de jongeren van het CUC hebben een avondje digitaal ganzenbord gespeeld.
Maar toch……we missen hierin wel het echte contact, en de ontmoeting onderling. Het kort even een praatje houden met iemand. Iemands lach horen, of z’n problemen. Even letterlijk en figuurlijk een klopje op de schouder geven aan iemand. Want hoe mooi de digitale oplossingen zijn, het is voor mij niet een echte vervanger van menselijk contact.
In het jeugdwerk (en in het kerkzijn) gaat het, wat mij betreft, echt niet alleen over het verhaal van de Bijbel. Het gaat er ook om dat we het gevoel hebben ergens bij te horen. Ergens waar je je verhaal kwijt kunt, en op verhaal kunt komen. Met het besef dat we, hoe verschillend we ook zijn, gelijk(waardig) zijn. Dat je je ergens thuis kunt voelen, bij mensen die gaan voor het goede in de wereld en het goede zien in mensen. Bij mensen die moed houden en lief hebben. Dit alles is makkelijker bij echte ontmoeting en directe contacten, maar voor nu zullen we manieren moeten vinden om toch samen kerk te zijn. En zeker ook voor de kinderen, de jeugd en hun gezinnen is het een uitdaging om ze betrokken te laten voelen bij onze gemeente. Dat ze voelen dat ze er bij horen en ertoe doen! Dat we samen onderdeel zijn van een groter geheel!
Laten we hopen dat we elkaar snel weer (in het) echt kunnen ontmoeten.
Maar tot dan: Houd moed en heb lief!
Namens de Jeugdraad,
Joost Nauta