Lied en Licht

Zo’n 1250 jaar geleden stak Lebuinus de IJssel over als missionaris.Al 1250 jaar leeft sindsdien de kerk hier in Salland. Ze wist zich op vele plaatsen te handhaven door de eeuwen heen, kent donkere en lichte perioden in haar bestaan, maar is nog steeds springlevend. Nog steeds zijn er vele mensen die verspreid over diverse kerk­genootschappen inspiratie vinden in het christelijk geloof. In Deventer wordt de oversteek van Lebuinus in elk geval feestelijk omlijst, een jaar lang. En bij een feest horen liederen. Die heeft de kerk in overvloed tot haar beschikking. Ook het nieuwe Liedboek getuigt daarvan.Aan de voorgangers van de PKN gemeenten en enkele kerkelijk werkers in deze regio wordt dit jaar de vraag voorgelegd: In welk lied uit het Liedboek licht iets op, wat jou inspiratie geeft? Welk lied is voor jou een bron van licht?

“Nu daagt het in het Oosten. De duisternis gaat wijken van de eeuwenlange nacht”

Als ik terugkom van een cursusdag in het Westen van het land sta ik – zoals velen – in de file op deA1. De duisternis valt in, en in de verte schemert de skyline van Deventer, met de trotse Lebuinuskerk als herkennings­punt. Terwijl ik het remmen en optrekken van de auto’s om me heen scherp in de gaten hou dwalen mijn gedachten af naar het artikel dat ik voor de kerkbladen moet schrijven. Over Lebuinus. Over 1250 jaar Deventer. Het is moeilijk voor te stellen dat er een tijd is geweest dat de A1 er nog niet was, geen files, geen skyline van Deventer.Toen Lebuinus in Deventer arriveerde was er nog geen Deventer.Tenminste, nog geen ‘stad’, dat kwam later pas. Het schijnt dat Deventer in die dagen meer leek op Diepenveen – wat huizen, boerderijen, bos en weiland. En heidenen, die had je toen ook in overvloed – waarbij ik geen parallellen wil trekken met dorpen of steden in onze eigen tijd. Hoewel, je hoort nog wel eens fluisteren dat de kerstening van oostelijk Nederland nooit helemaal goed is geslaagd. Lebuinus zou handig ingespeeld hebben op de Saksische religiositeit, met grote nadruk op gemeenschap en natuur. Het is waar, dat gevoel heerst nog steeds in deze landstreken, met zijn liefde voor ‘community’, paasvuren en carbidschieten. Maar is dat heidens? In de twaalf jaar dat ik nu predikant ben in het Sallandse treft me juist deze verwevenheid van geloof, gemeenschap en natuur. En misschien is het zo dat Jezus hier niet zo expliciet als Heer wordt aangeroepen, maar in de ziel van de Sallander ligt toch een diep gevoel van ontzag tegenover de Schepper.

Ik zie nu het grote lichtende bord met de afslag ‘Deventer’ en onbewust neurie ik een Adventslied: ‘Nu daagt het in het Oosten’. Dat is natuurlijk geen lied voor een avond in november, het is een morgenlied! Het gaat over het dagen van de dag, licht dat het duister verjaagt! Over verwevenheid tussen geloof en natuur gesproken! Maar tegelijkertijd is het ook een hoopvol beeld. ‘De duisternis gaat wijken van de eeuwenlange nacht’. Op de radio heeft zojuist de nieuwslezer verteld over de oorlog in Jemen, over de strapatsen van de Amerikaanse president en over de dreiging van een nieuwe Koude Oorlog. Wat zijn die tekenen van licht, die sporen van dageraad in onze eigen tijd? Zien we die nog wel? Of gaan we mee in het doemdenken, het gevoel dat er nooit echt iets verandert? Wat voelen we eigenlijk als we dat geliefde lied zingen, over licht dat overal schijnt? Geldt dat misschien alleen in de kerk?Thuis? In onze hoofden en harten? Geloof teruggedrongen achter de deuren van je eigen innerlijk?
Ook in het radiojournaal zat het bericht over de Bethel­kapel in Den Haag, waar een Armeens asielzoekersgezin ondergedoken zit en waar als wekenlang een continue kerkdienst is. Om op die manier te verhoeden dat de politie binnenvalt om het gezin op te pakken en uit te zetten. Natuurlijk kun je allerlei vragen stellen rond de juridische waarde van zo’n ‘asieldienst’, of bij de positie van de kerk ten opzichte van de regering. En waarom dit gezin wel, en andere gezinnen in vergelijkbare omstandigheden niet. Maar het hoopvolle van dit gebeuren vind ik dat het menselijke verhaal het hier wint van regels en wetten. ‘De liefde als het grootste gebod’. Kome wat kome gaat, daar in Den Haag schijnt voor mijn gevoel iets van dat Adventslicht door waar dat oude lied over zingt. En waar Lebuinus over sprak toen hij in het donkere Oosten het Evangelie kwam brengen. Namelijk dat ons leven niet bepaald wordt door wetmatigheden en in steen gegrifte regels, maar door de bevrijdende liefde van Christus.

Als ik de auto parkeer bij de kerk in Diepenveen – die late vrucht van de werkzaamheden van Lebuinus in het Oosten – zingt de pas gerestaureerde klok van het kerkje mij tegemoet. Het huis straalt warmte en geborgenheid uit. Nog even, en het is weer Advent. Verlangen naar het licht. Vertrouwen dat het ochtend zal worden.
Henk Spit